Begrippenlijst
Hieronder vindt u veel gebruikte termen van ons vak, mocht u achteraf nog vragen hebben neem dan gerust contact met ons op!
Achillespeesruptuur
De achillespees bevestigt de kuitspieren aan het hielbeen. Het is een belangrijke pees, waar vaak grote krachten op komen. Denk maar eens aan het trekken van een sprintje: dat is een hoge belasting voor zo'n pees.
Het is mogelijk dat deze peesafscheuring ontstaat omdat de pees niet stevig genoeg is aangelegd of verzwakt is. Bijna altijd is er een snelle en plotselinge spieractie aan de scheuring vooraf gegaan. Een achillespeesafscheuring treedt meestal op bij mannen tussen de dertig en veertig jaar, die met enige regelmaat sport beoefenen.
Bij een afscheuring ontstaat hevige pijn laag achter op de kuit of enkel, die erger of vergelijkbaar is met de pijn bij een spierscheur. Lopen lukt daarna niet of nauwelijks meer.
https://www.ziekenhuis.nl/
ALS | amyotrofische lateraal sclerose
ALS of Amyotrofische lateraal sclerose is een tamelijk zeldzame neurologische ziekte waarbij de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg, de hersenstam en de motorische cortex van de hersenen afsterven waardoor progressief krachtsverlies en verlamming ontstaat, die uiteindelijk tot de dood van de patiënt door verlamming van de ademhalingsspieren leidt. De aandoening wordt soms nog wel de ziekte van Charcot genoemd naar de eerste beschrijver, en in de VS Lou Gehrig's disease, naar een beroemde honkballer die eraan leed.
De ziekte begint meestal op volwassen leeftijd (gemiddeld 50 tot 60 jaar). De jaarlijkse incidentie (het aantal nieuwe gevallen per jaar) is ongeveer tussen de 1,4 en 3 per 100.000 mensen, en de prevalentie (het aantal patiënten op een bepaald ogenblik) ligt tussen de 4 en 6 per 100.000 mensen. In Nederland zijn er ongeveer 1000 ALS-patiënten, het grootste deel daarvan is man.
https://www.wikipedia.nl/
Artritis
Bij lokale artritis is er sprake van een ontsteking van een gewricht. Artritis betekent ontsteking, omdat het hierbij om één gewricht gaat, wordt het lokale artritis genoemd. Bij een gewrichtsontsteking wordt het slijmvlieslaagje in het gewricht dikker. Dit produceert dan extra gewrichtsvocht (synoviale vloeistof). Het gewricht is pijnlijk en kan stijf, gezwollen, rood en warm zijn. Ook kunnen bepaalde bewegingen pijn doen. Soms kan er ook sprake zijn van koorts met koude rillingen. Ook de zwelling van het gewricht kan pijn doen, waardoor mensen hun beweging of houding aanpassen. Een voorbeeld is de elleboog licht gebogen houden. Dit heet de 'stand van Bonnet'. Artrose en artritis kunnen ook voorkomen als autoimmuunziekte in dat geval zijn het symptomen van een reumatische aandoening.
Artrose
Artrose is de diagnose voor een aandoening aan het kraakbeen in gewrichten. Artrose wordt in de volksmond ook wel gewrichtsslijtage genoemd.
Artrose ontstaat doordat er meer gewrichtskraakbeen verloren gaat dan er door het lichaam geproduceerd kan worden. Het kraakbeen verslechtert en soms verdwijnt het helemaal. Bij artrose vermindert ook de vloeistof in het gewricht. Deze vloeistof, synoviale vloeistof geheten, is nodig om het gewricht soepel te laten draaien en om schokken te absorberen.
Gonartrose - artrose van de knie
Coxartrose - artrose van de heup
Astma
Astma is een chronische ontsteking van de longen. Chronisch betekent dat het blijvend is. Bij astma zijn de slijmvliezen in de longen altijd geïrriteerd, wat veel klachten kan veroorzaken.
Als u astma heeft, zijn uw longen extra gevoelig voor prikkels waar andere mensen helemaal geen last van hebben. Denk maar eens aan rook, uitlaatgassen, huisstofmijt of huisdieren. Bij astma reageren de longen heftig op die prikkels, waardoor u benauwd kunt worden of moet hoesten. Als dit acuut opkomt, noemen we dat een astma-aanval. Niet iedereen reageert op dezelfde prikkels en het verschilt per persoon hoe erg de astma is. Ook zijn er verschillende soorten astma.
In Nederland hebben meer dan een half miljoen mensen de diagnose astma. Er zijn meer vrouwen dan mannen met de ziekte. Van deze groep mensen zijn er rond de 115.000 kind. De verwachting is dat het aantal mensen met astma tot 2025 stijgt met twee procent.
https://www.astmafonds.nl/
Beroerte
Beroerte / CVA: Cerebrovasculair accident (CVA) is de medische term voor een beroerte. Een beroerte kan ofwel het gevolg zijn van afsluiting van een slagader in de hersenen, meestal als gevolg van een bloedstolsel (herseninfarct, hersentrombose) of van een lek in een slagader in de hersenen (hersenbloeding). CVA is een belangrijke doodsoorzaak. Ook raken velen invalide door een beroerte. Welke verschijnselen optreden is afhankelijk van de plaats van de beroerte. De verschijnselen worden na een paar weken tot maanden minder. Toch kunnen de restverschijnselen zeer ernstig zijn. Dit alles verschilt van persoon tot persoon.
https://www.wikipedia.nl/
Botontkalking
Botontkalking| Osteoporose
Botten hebben kalk (calcium) nodig om sterk en stevig te blijven. Bij osteoporose verliezen de botten ‘botmassa’ (kalk en andere mineralen) en structuur(verlies van botbalkjes). Met als gevolg, dat ze broos worden. Het probleem met osteoporose is, dat u er niets van merkt zolang er geen botbreuk optreedt.
Wereldwijd krijgt één op de drie vrouwen en één op de zeven mannen boven de 60 jaar osteoporose
In Nederland hebben ruim 850.000 mensen osteoporose (bron: RIVM). Iedere zes minuten breekt er in Nederland iemand een skeletdeel als gevolg van osteoporose. Bij mensen onder de 55 jaar worden geen osteoporose gegevens bijgehouden, maar osteoporose komt wel bij jongeren voor.
C
Carpaal Tunnel Syndroom
Het carpale-tunnelsyndroom is een klachtenpatroon veroorzaakt door een beknelling van de nervus medianus (de middelste armzenuw) in het verloop van de carpale tunnel. Dit is een nauw kanaal gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad tussen pink- en duimmuis aan het begin van de handpalm. In deze tunnel lopen de buigpezen van de vingers en de zenuw die de zachtste structuur is en daardoor het meest gevoelig is voor druk.
De klachten worden veroorzaakt door beknelling van de zenuw en bestaan uit een tintelend of pijnlijk gevoel in de hand en de vingers en vooral het verzorgingsgebied van de zenuw, dat wil zeggen de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger. Ook kan een verdoofd gevoel van de vingertoppen ontstaan en een verminderde kracht waardoor gemakkelijk dingen uit de hand kunnen vallen. De pijn kan uitstralen via de onderarm en elleboog tot in de schouder.
In de nacht nemen de klachten vaak in ernst toe waardoor men er wakker van kan worden. Maar ook overdag kunnen zij optreden, bij autorijden, het lezen van de krant en fietsen. Ook na stevige handenarbeid kan verergering optreden. Soms komt het carpaletunnelsyndroom aan beide handen voor.
De beknelling van de zenuw in de nauwe carpale tunnel wordt doorgaans veroorzaakt door zwelling van de bekleding van de pezen. Bij de zwelling van het bindweefsel kunnen hormonen een rol spelen. Zo treedt het op tijdens de zwangerschap en in de overgang maar minder vaak voorkomend ook bij een te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie) en overproductie van groeihormoon (acromegalie). Ook kunnen de peesscheden zwellen door irritatie zoals bij reuma en na forse handenarbeid. Bij diabetes mellitus (suikerziekte) komt het carpale tunnelsyndroom vaker voor. Soms zijn er andere redenen dat de carpale tunnel te nauw wordt, zoals een benige afwijking (bijvoorbeeld een breuk).
https://www.neurochirurgie-zwolle.nl
Claudicatio intermittens
Claudicatio intermittens of perifeer arterieel vaatlijden (PAV) / Etalagebenen. Etalagebenen is een lekenterm voor claudicatio intermittens. Ze beschrijft de pijn in de benen ten gevolge van een vernauwing of afsluiting van een slagader naar of in de benen. De oorzaak van de vernauwing of afsluiting is vrijwel altijd het gevolg van vetafzetting in de wand van de slagader en verkalking van de wand (atherosclerose). Roken is samen met suikerziekte verreweg de belangrijkste oorzaak hiervan. Er zijn echter ook wel mensen die nooit gerookt hebben en toch deze aandoening krijgen. Tijdens het lopen hebben de beenspieren meer zuurstof en dus meer bloed nodig. Bij gebrek aan zuurstof ontstaat verzuring van de spieren, wat de krampende pijn veroorzaakt. Een typische klacht bij etalagebenen is pijn na een stukje lopen. Na een poosje rusten (door bijvoorbeeld voor een etalage een poosje staan te kijken, vandaar de Nederlandse benaming) zakt de pijn weer wat af en kan de patiënt weer verder lopen. De afstand die de patiënt nog kan lopen zonder pijn te krijgen is een praktische maat voor de ernst van de aandoening. De plaats waar de pijn optreedt, zegt iets over de plaats van de vernauwing: die zit meestal flink daarboven. In het allerergste geval heeft men ook in rust pijn. Dan zijn de bloedvaten zo ernstig vernauwd dat de bloedvoorziening naar de spieren en de huid ook in rust tekortschiet.
https://www.wikipedia.org
COPD
COPD is een afkorting van de Engelse term 'Chronic Obstructive Pulmonary Disease', dit betekent chronisch obstructieve longziekte (er is dus een aanhoudende obstructie in de longen). Het is een verzamelnaam voor de longaandoeningen chronische bronchitis en longemfyseem. Het aantal gevallen van COPD in Nederland is 20 op de 1000 (totaal circa 320.000 COPD- patiënten) Bij chronische bronchitis zijn de oorzaken vaak ontstekingsprocessen in de kleine luchtwegen, de bronchioli. De bronchusklieren zijn vergroot waardoor overmatig veel slijm wordt geproduceerd. Die ontstaat door littekenvorming in de wand, het gladde spierweefsel, van de bronchiën. Hierdoor zwellen de slijmvliezen op waardoor een gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen ontstaat. Bij een emfyseem is de wand van de longblaasjes beschadigd. De longblaasjes zijn in trosjes met de kleine luchtwegen (bronchioli) verbonden en hebben een stugge structuur die de luchtwegen open houden. Verliezen de bronchiolen echter hun stevigheid door de beschadigingen, dan zakken deze tijdens de uitademing in elkaar. De luchtblaasjes van de longen (alveoli) worden steeds verder uitgerekt waardoor een structureel blijvende schade ontstaat. De belangrijkste risicofactor voor COPD is het roken van tabak. In ongeveer 80% van de gevallen wordt COPD veroorzaakt door roken. Bij COPD heeft men vooral last van chronische benauwdheid/kortademigheid, chronisch (continu) hoesten, het welbekende rokerskuchje, en overmatige slijmproductie. Bij sommige patiënten verloopt de ziekte mild, bij anderen kan er sprake zijn van een snel verergerend beeld. Soms wordt de patiënt zo benauwd, dat de dagelijkse bezigheden als aankleden en een stukje lopen bijna onmogelijk worden. De ziekte kan daardoor ernstig invaliderend zijn.
https://www.wikipedia.org
corpus librum
Een los fragment (gewrichtsmuis) is een los stukje bot of kraakbeen wat in het gewricht rondzweeft. Er zijn vele oorzaken voor gewrichts-muizen, maar meestal worden ze veroorzaakt door een ongeval van de knie, slijmvliesaandoeningen of slijtage (artrose) van de knie. Typisch voor een los fragment is dat ze niet altijd symptomen geven. Ze bewegen soms vrij in de knie en kunnen op die manier klem komen te zitten. Dit noemen we slotklachten. Hierbij treedt een acute bewegingsstop op als gevolg van inklemming van het losse stukje bot/kraakbeen. De patient lukt het vaak door met het schudden van het been, het stukje te verplaatsen waardoor de knie weer normaal kan bewegen
D
Dupuytren
Ziekte van Dupuytren of contractuur van Dupuytren (ook wel bekend als koetsiershand) is een aandoening waarbij zich een harde streng bindweefsel in de handpalm van de ringvinger, middelvinger of pink vormt. De Ziekte van Dupuytren komt vooral voor bij Noordwest-Europese volkeren, terwijl het vrijwel niet voorkomt bij Afrikaanse volkeren. Hierdoor wordt vaak verondersteld dat er een genetische voorbestemdheid is voor de ziekte. De aandoening begint met een knobbeltje in de handpalm. Soms ontstaat de streng binnen enkele maanden, soms kan het ook jarenlang duren voor de ziekte verergert. Deze streng trekt de betreffende vinger krom, op den duur kunnen vingers niet meer bewegen. Meestal ontstaat de ziekte bij de ringvinger of pink (of allebei), maar het kan bij alle vijf de vingers voorkomen (of een combinatie). De ziekte treedt meestal op na het 40e levensjaar. Mannen krijgen de Ziekte van Dupuytren vaker dan vrouwen. Vaak komt de aandoening aan beide handen tegelijkertijd voor (bilateraal). Een agressievere vorm van de ziekte (en hogere kans op terugkeer en/of uitbreiding) wordt geassocieerd met jonge leeftijd van aanvang, positieve familie historie, bilateraal (handen) en ectopische aandoening (zoals ziekte van Ledderhose of Peyronie). De ziekte wordt ook geassocieerd met epilepsie, diabetes, zware arbeid, overmatig alcoholgebruik, roken en verhoogde cholesterol. De Ziekte van Dupuytren kan operatief behandeld worden. Een operatieve behandeling is niet gericht op het wegnemen van de ziekte maar op het herstellen van de handfunctie.
Dwarslaesie
Een dwarslaesie is een onderbreking van het ruggenmerg en daarbij de zenuwbanen die lopen in het ruggenmerg, waardoor uitval van de zenuwen ontstaat die onder dat niveau (van het hoofd af gerekend) van het ruggenmerg ontspringen. Hierdoor ontstaat een verlamming van benen, bij hogere letsels ook van de armen of zelfs van de ademhalingsspieren. Een dwarslaesie is een zeer ernstig letsel dat over het algemeen niet meer kan genezen. Afhankelijk van op welke hoogte in het ruggenmerg het letsel zich voordoet, vallen er bepaalde lichaamsfuncties weg. Een dwarslaesie kan compleet of incompleet zijn. Bij een complete dwarslaesie zijn de zenuwen geheel door en is er geen functioneren en gevoel meer vanaf dat punt. Dit is nooit meer te genezen. Bij een incomplete zijn de zenuwen niet helemaal door of zijn de zenuwen licht beschadigd. Bij de incomplete is enig herstel mogelijk, omdat de zenuwen niet geheel door zijn. Hoewel er altijd schade zal blijven bestaan en er altijd kans is dat het herwonnen functioneren weer verloren gaat.
Revalidatie
In het begin van de revalidatie wordt meestal gewerkt aan een goede zithouding. Zodra de persoon met een dwarslaesie goed zit wordt er gewerkt aan spierkracht in de ledematen die nog goed functioneren en het soepel houden van de ledematen die nooit meer normaal zullen functioneren. Zodra er voldoende spierkracht is opgebouwd gaat men verder met activiteiten die voor mensen zonder beperking erg normaal zijn, zoals wassen en aankleden. Ook wordt er in dit stadium gewerkt aan rolstoel-vaardigheden zoals het maken van transfers van rolstoel naar bed en het voortbewegen door een stad. Als laatste onderdeel van de revalidatie volgt het begeleiden naar het weer thuis gaan wonen. Ook wordt er tijdens de gehele revalidatie stilgestaan bij de psychische kant van het verhaal.
Dynamic Hip Screw
Dynamic Hip screw DHS (heupfractuur)
Een dynamic hip screw of DHS wordt geplaatst bij een bepaald type heupbreuken, wanneer het dijbeen breekt op het brede deel vlak voor de dijbeenhals. Een DHS wordt het meest geplaatst bij ouderen, alleen bij een dijbeenhals-breuk wordt er bij kinderen een DHS aangebracht. Heupfracturen (heupbreuken) zijn een van de meest voorkomende traumatische letsels bij oudere mensen.
Behandeling bij de fysiotherapeut
De patiënt blijft eerst in het ziekenhuis. Zodat de operatiewond goed kan genezen en is het acute van de medische situatie voorbij. In het ziekenhuis wordt er al gekeken of de patiënt terug naar huis toe kan. In deze periode wordt de patiënt aangeleerd om te lopen met een loophulpmiddel (elleboogkrukken, rollator, etc.). De patiënt moet tot zes weken na de operatie blijven lopen met een loophulpmiddel en zal onder begeleiding van een fysiotherapeut langzaam worden afgebouwd. Verder kan er sprake zijn van krachtverlies in de spieren rondom het heupgewricht. De fysiotherapeut is er dan op gericht om met specifieke oefeningen de spierkracht te verbeteren. Dit moet onder begeleiding van een fysiotherapeut omdat er nog niet 100% mag worden belast. Ook kan de mobiliteit in de heup zijn verslechterd en kan middels actieve en passieve oefeningen worden verbeterd, wederom moet dit onder begeleiding van een fysiotherapeut. Daarnaast kan er gewerkt worden aan de algehele conditie van de patiënt. Met bepaalde oefeningen zoals fietsen kan de conditie worden verbeterd, maar ook hier moet de belastingen van het geopereerde been in de gaten worden gehouden.
https://www.fysiotherapie-enschede.nl/
E
Enkelletsels
Enkelletsels
Bij zeer vele sporten is het enkelletsel het meest voorkomende sportletsel. De ervaring leert dat door herhaalde enkelletsels bij bijvoorbeeld voetballers ook vaak kraakbeenschade ontstaat. Dit levert over het algemeen een langere hersteltijd op en een snellere terugval in klachten. Een onderscheid tussen verschillende enkelblessure kan gemaakt worden in een groep met fracturen of botbreuken en een groep overige letsels, die ook wel de weke delen letsels worden genoemd.
Enkelfracturen
De eerste groep bestaat uit breuken van één van de samenstellende botten van het enkelgewricht, zoals het scheen- en kuitbeen alsmede het sprongbeen en het hielbeen. De breuk gaat gepaard met acuut ontstane pijn en het zeer snel zwellen van de enkel, waarbij de enkel niet belast kan worden. Soms zijn er knisperingen te voelen of is een vreemde stand zichtbaar. Bij verdenking op een enkelfractuur dient een bezoek aan het ziekenhuis gebracht te worden, waar de breuk bevestigd kan worden door een röntgenfoto. Afhankelijk van de aard en type van de breuk zal er veelal besloten worden tot gips behandeling en soms tot een operatie.
Letsel aan enkelbanden en -pezen (verstuiking/verzwikking)
De weke delen groep bestaat uit enkelband letsel, achillespees klachten en andere peesproblemen. Veruit het meest frequent optredende enkelletsel is de geheel of gedeeltelijke verscheuring van de enkelbanden. Vaak worden hier ook wel de termen verstuiking of verzwikking voor gebruikt. Meestal betreft het een verstuiking aan de buitenenkel, omdat hier de banden wat slapper zijn. Afhankelijk van de ernst van het letsel kunnen één of meerdere bandjes gescheurd zijn. Dit gaat dan gepaard met pijn en een snel optredende zwelling van de enkel, die niet belast kan worden. Echter het knisperen of een vreemde stand horen hier niet bij!
Op de illustratie hieronder kun je zien welke banden beschadigd kunnen raken: nummers 1, 2 en 3. Deze drie banden vormen samen met een aantal banden aan de binnenkant van de enkel het gewrichtskapsel.
We delen de enkelverstuiking in drie graden in, oplopend naar ernst.
Graad 1:
Lichte oprekking en een kleine scheuring van hooguit 1 gewrichtsband (meestal band nummer 1).
Graad 2:
Twee banden zijn zo ingescheurd dat er teveel speling in het gewricht ontstaat (meestal nummers 1 en 2).
Graad 3:
De schade is zo groot dat het enkelgewricht volledig instabiel is, alle drie de banden zijn af- of ingescheurd. Deskundige hulp is echt nodig.
Een verzwikking gaat (vaak) gepaard met:
• zwelling
• (blauwe) verkleuring
• pijn
• belemmering bij het strekken en/of buigen van het enkelgewricht
Voorkomen
• Goede, steunende schoenen verkleinen de kans op een enkelblessure Zorg voor een goede conditie door 1 à 2 keer per week te gaan fietsen en/of hardlopen. Begin altijd met een warming-up en eindig altijd met een cooling-down.
• Een brace of het tapen van gewrichten kan blessures voorkomen. Bij tapen worden er zodanig stroken tape aangelegd, dat de gewrichtsbanden extra steun krijgen. Een brace heeft hetzelfde effect.
• We raden je aan minimaal één seizoen beschermd te sporten en het is wetenschappelijk bewezen dat het dragen van tape of een brace de kans op herhaling vermindert.
• Van het dragen van tape of brace krijg je géén slappe spieren.
• Volledig herstel is de beste methode om herhaling te voorkomen. Revalidatie- en aangepaste trainingen bevorderen dit herstel. Een Sportmedische Instelling zoals onze praktijk fysiotherapie Boekestein kan u en de begeleider daar uitstekend bij helpen.
Eerste hulp bij enkelblessures
Als eerste hulp kan men direct de enkel koelen met ijs (wel iets er tussen leggen i.v.m. bevriezing) of koud stromend water gedurende 15 minuten. Later dient er dan een stevige zwachtel zonder vette watten aangelegd te worden. Bovendien is het van belang de enkel hoog te leggen en deze de eerste twee dagen niet te belasten. Hierna zullen er na voldoende rust oefeningen gedaan moeten worden om de enkel weer op kracht te krijgen.
Tapen
De laatste jaren is het tapeverband of simpelweg tapen genoemd enorm in de belangstelling. Tapen kan zowel bij de behandeling of als preventief middel gebruikt worden. De behandeling bestaat uit het zodanig aanleggen van diverse stroken tape, dat de functie van de beschadigde enkelband overgenomen wordt. Op deze manier krijgt de gekwetste enkelband rust. Wegens de zwelling kort na een ongeval kan een tapeverband pas op de tweede of derde dag aangelegd worden. Let er altijd wel op dat er geen sprake is van een allergie voor tape en dat de haren van de benen verwijderd zijn ! In een preventieve opzet worden de stroken zo gelegd dat de enkelbanden extra steun krijgen. Echter deze manier is vrij kostbaar bij langdurig gebruik, zodat zeker te overwegen valt een brace aan te schaffen. Alleen laat je jezelf hierover goed adviseren, want er zijn zeer veel verschillende typen op de markt. Een goede brace heeft een zelfde steunend effect als een goed aangelegd tapeverband.
Oefeningen
Door consequent oefeningen te doen waarmee je de controle en balansbeheersing over je rug, bekken, heup, knie en enkel traint, ben je minder vatbaar voor blessures. Uit onderzoek is zelfs gebleken dat dit leidt tot 30% minder blessures!! Daarnaast zul je ook meer kracht kunnen ontwikkelen om bijvoorbeeld de bal weg te schieten. Bij zwakke enkels of eerdere enkelblessures is het belangrijk dat er extra spierversterkende oefeningen worden uitgevoerd.
F
Frozen Shoulder
De stijve schouder of ’frozen shoulder’ (capsulitis adhaesiva) is een aandoening waarbij het gewrichtskapsel is verdikt en verschrompeld. Dit resulteert in een pijnlijke, stijve schouder met een (zeer) beperkte beweeglijkheid. Meestal herstelt de aandoening, hoewel dat soms lang kan duren: zie voorlichtingsfolder frozen shoulder
I
Impingement
INKLEMMINGEN (IMPINGEMENT)
Impingement is het Engelse woord voor inklemming. In de schouder kunnen structuren inklemmen onder het schouderdak. Deze structuren zijn de slijmbeurs en de pezen van de spieren rondom het schoudergewricht. Het schouderdak is de voorste rand van het schouderblad, dat boven en voor de schouderkop hangt. Als de arm omhoog getild wordt, kunnen de structuren die onder het schouderdak door lopen bekneld raken tussen het schouderdak en de schouderkop. Dit veroorzaakt pijn en beperkt de bewegingsmogelijkheid van de arm.
OORZAKEN
Impingement komt zowel bij jonge als bij oude mensen voor. De pijn ontstaat na een (klein) trauma of spontaan zonder duidelijke oorzaak. Mensen met een bolle bovenrug of een slechte houding hebben een hoger risico op impingement, doordat het schouderblad niet volledig mee kan draaien bij het hoog optillen van de arm. Het schouderdak blijft daardoor te veel boven de schouderkop staan, waardoor onderliggende slijmbeurs en pezen kunnen inklemmen. Soms is er een puntige vervorming aan de voorzijde van het schouderdak, die op de structuren eronder drukt bij het hoog optillen van de arm. Een dergelijke vervorming is aangeboren of ontstaan door slijtage of irritatie van het schouderdak.
KLACHTEN
De pijn kan uitstralen van de voorkant van de schouder naar de bovenarm. Bij tillen, naar voren of naar boven reiken en plotselinge bewegingen kan de pijn verergeren. Naarmate de klachten toenemen, kan er een gevoel van krachtsverlies of stijfheid zijn. Daardoor is het moeilijker om bepaalde handelingen uit te voeren, zoals het aantrekken van een jas of het pakken van iets uit de achterzak.
DE BEHANDELING
Fysiotherapie
Een injectie in het gewricht met een ontstekingsremmer en een pijnstiller verminderd bij veel patiënten de pijn en zorgt ervoor dat de bewegingsmogelijkheid van de schouder toeneemt. Met fysiotherapie kunt u uw bovenrug en de spieren rondom de schouderbladen trainen. Wanneer de rug recht is, verbetert de draaiing van het schouderblad, waardoor er meer ruimte ontstaat tussen het schouderdak en de schouderkop. Hierdoor hebben de structuren die eronder lopen meer ruimte en kan het inklemmen voorkomen worden.
Indien de klachten met deze behandeling toch aanhouden, bekijkt een orthopedisch chirurg of er operatieve mogelijkheden zijn.
K
Kaakklachten
Kaakklachten
Onder kaakklachten verstaan we alle klachten die te maken hebben met het niet goed functioneren van het kaakgewricht, de kauwspieren en andere betrokken structuren. Kaakklachten worden ook wel temporomandibulaire dysfunctie genoemd (TMD). Deze klachten veroorzaken vaak pijn in en rond het gewricht, bewegingsbeperking en kaakgewrichtsgeluiden. TMD klachten kunnen ook hoofd- en nek-schouderklachten veroorzaken.
Het kaakgewricht (articulatio temporomandibularis) is een ingewikkeld gewricht dat tussen de kaak en de onderzijde van de schedel is gelegen. Het gewricht bevindt zich net voor het linker- en het rechteroor. Het kaakgewricht is qua bouw een van de meest ingewikkelde gewrichten van het menselijk lichaam. Het is omgeven door een ingenieus stelsel van banden en pezen en een groot aantal spieren die de kaak bedienen. Als er ook maar iets met een van de structuren van het gewricht aan de hand is kan dit al gevolgen hebben voor het functioneren van de kaak en daarmee een belemmering worden voor het functioneren van het kauwstelsel.
M
Meniscus
Een meniscus (meervoud menisci) is in de anatomie een schijfje kraakbeen dat zich los tussen de benige uiteinden van sommige gewrichten bevindt. Bij de mens bevinden zich in de knie menisci. In tegenstelling tot een discus, die twee botuiteindes compleet van elkaar scheidt in een gewricht, bedekt een meniscus maar een gedeelte van de botoppervlakken.
P
Patellafemoraalpijnsyndroom
Patellofemoraalpijnsyndroom / Retro Patellaire Chondropathie RPCh
Het klinisch beeld, dat zich uit door spontane pijn in en rond de knieschijf en verergert bij traplopen, belasting en gebogen zit, wordt vaak toegeschreven aan retropatellaire chondropathie. Slechts in een beperkt aantal gevallen gaat chondropathie echter samen met beduidende chondromalacie of patellofemorale artrose. Patella instabiliteit en mal-alignement zijn in dit verband belangrijker. Men zal zich af moeten vragen of aanleg (hypermobiliteit), overbelasting of beide een rol spelen. Als er geen specifieke diagnose is gesteld kan men beter spreken van een patellofemoraal pijnsyndroom.
Knieflexie met weerstand kan de klachten verergeren, dus in hurkzit zitten en fietsen met een laag zadel is klachten opwekkend! Met name voor de m. rectus femoris, maar ook voor andere korte spieren (hamstrings, tractus, gastrocnemius) zijn gedoseerde rekoefeningen nodig.
Gerichte krachtoefeningen voor de m.quadriceps (vastus medialis) zijn veelal een belangrijk onderdeel in de therapie
Peesblessure (tendopathie)
Peesblessures (tendinopathieën) zijn veelgeziene kwetsuren in de (sport-)fysiotherapiepraktijk.
Peesklachten komen o.a. voor rond gewrichten als de schouder (cuff), elleboog (‘tenniselleboog’), heup (adductoren, tractus iliotibialis, hamstrings etc.), knie (patellapees, tractus iliotibialis frictie syndroom) en de enkel (achillespees).
Met de beperkte onderzoekstechnieken (zoals functietesten) die de (sport-)fysiotherapeut ter beschikking staat is vaak me redelijk grote zekerheid de diagnose tendinopathie te stellen. Tot voor kort werd veelvuldig de diagnose tendinitis of bursitis gesteld, maar het blijkt dat een slijmbeurs zelden betrokken is en in de pees is zelden echt sprake van een ontstekingsbeeld, vandaar de term: tendinopathie.
Deze diagnose, uiteraard in combinatie met de naam van de betreffende pees biedt een redelijk houvast voor (sport-)fysiotherapeutische behandeling en adviezen. Meestal dient eerst de pees te worden ontzien, daarna geleidelijk toenemend belast om uiteindelijk weer maximale (sport-) belasting mogelijk te maken. Dit herstelproces verloopt echter niet altijd even voortvarend. Er is grote kans op recidivering met als snel getrokken conclusie dat er kennelijk toch weer te snel is belast (bijv. sporthervatting).
De meerwaarde van Echografie in de fysiotherapie
Door middel van echografie is de aard van de tendinopathie vast te stellen en is gedurende de therapeutische interventie het mate van herstel vast te leggen.
Tendinopathie
Een tendinopathie is feitelijk ‘er is wat aan de hand met de pees’ tendo = pees, pathos = ziekte. Het meest concrete is dan de benaming van de pees zelf. En zelfs dat is met functietesten niet met zekerheid vast te stellen! Door middel van echografie echter is meer over de locatie en de aard van de pathie vast te stellen. En, niet minder belangrijk, als we meer weten wat de aard van het letsel is, weten we meer over de ontstaanswijze èn de behandelwijze!
De treksterkte van de pees (zeg maar de kwaliteit van de pees), wordt o.a. bepaald door: de kwaliteit van het collageen, de organisatie van het collageen, de vascularisatie en de soort pathologie.
De soorten pathologie die we bij pezen kunnen onderscheiden, of ten onrechte voor een tendinopathie worden aangezien zijn:
1. Tendinose: Dit is een degeneratief proces (afname kwaliteit en rangschikking collageen en afname vascularisatie). Meestal veroorzaakt door de combinatie van herhaalde belasting (kwalitatief en kwantitatief) en onvoldoende basaal herstelvermogen. Merk op dat herstelbelemmerende factoren, zoals toegenomen mechanische belasting, bijv. in het geval van impingement, een degeneratief proces zal onderhouden.
2. Rupturering: De longitudinale collagene vezelstructuur in de pees gaat kapot. Vaak is er sprake van een tendinose, waarna in het verminderd belastbare gebied een ruptuur kan ontstaan. Let op: zelfs na operatief herstel (hechten) zal de pees nog tendinotisch blijven, dus beperkt belastbaar. Er kan sprake zijn van partiële rupturering, full thickness rupturering (volledige hoogte van de pees) of een totale ruptuur, waarbij de uiteinden van de peesstompen wijken.
3. Calcificatie in de pees.
4. Tendinitis van de pees
5. Peritendinitis, een ontstekingsbeeld rondom de pees
6. Tenovaginitis, een ontstekingsbeeld van de om de pees gelegen peesschede.
R
Reuma
Reuma is een autoimmuunziekte en is een verzamelnaam voor meer dan 200 aandoeningen die spieren, pezen en/of gewrichten aantasten en die niet veroorzaakt worden door ongeval of blessure. De meeste reumatische ziekten kennen een grillig verloop: periodes waarin de ziekte actief en rustig is, wisselen elkaar af. Men deelt de aandoeningen doorgaans in drie hoofdgroepen in:
Ontstekingsreuma
Kenmerkend hiervoor zijn chronische gewrichtsontstekingen die door het hele lichaam, of plaatselijk, kunnen voorkomen.
Weke delen-reuma
De term zegt het al. Bij deze vorm van reuma heeft men last van de weke delen, namelijk de spieren, pezen en aanhechtingsbanden. Voorbeelden zijn een slijmbeursontsteking (bursitis) of peesontsteking (tendinitis). Een ander voorbeeld van weke-delen reuma is Fibromyalgie, waarbij men vooral last heeft van pijnklachten in de spieren en pezen.
Artrose
Bij artrose gaat het gewrichtskraakbeen achteruit in kwaliteit. Hierdoor kunnen ontstekingen (artritis) ontstaan. Het komt voornamelijk voor in nek, onderrug, heupen, knieën of handen.
Hieronder een lijst met de meest voorkomende vormende van reuma:
Reumatoïde Artritis
Ziekte van Bechterew (Spondylitis Ankylopoietica)
Fibromyalgie
Jicht
Ziekte van Still
Sjogren
Reactieve Artritis
Artritis Psoriatica
Systemische Lupus Erythematodes (SLE)
Ziekte van Forestier
Ziekte van Paget
Syndroom van Tietze
Polymyalgia Rheumatica
Sclerodermie
Arteriitis Temporalis
S
Slijmbeursontsteking
Rond verschillende gewrichten in het lichaam zijn bursae (slijmbeurzen) aanwezig. De slijmbeurzen fungeren als stootkussentje voor pezen van spieren. Slijmbeurzen bevinden zich onder andere op de hiel, elleboog, schouder en heup. De bursa kan ontstoken worden door een klap, val of langdurige belasting en zal zich hierdoor vullen met vocht. Ontsteking van een slijmbeurs wordt bursitis of slijmbeursontsteking genoemd.
Symptomen
Pijn bij beweging en steunen op de slijmbeurs. Als er naast pijn en zwelling ook roodheid of koorts aanwezig is kan er sprake zijn van een bacteriële infectie. De diagnose is met een lichamelijk onderzoek vaak gemakkelijk te stellen. Röntgenfoto’s zijn niet nodig.
Behandeling
Er worden verschillende methoden toegepast om een bursitis te behandelen. De minst invasieve methode is de fysiotherapeutische behandeling waarbij door mobilisaties gericht de belasting op de bursa wordt gereduceerd. Op deze wijze wordt de bursa in het dagelijks leven minder geprovoceerd en kan de ontstekingsactiviteit op een natuurlijke wijze herstellen. Meer invasieve methoden zijn ontstekingsremmende medicijnen (als diclofenac) of injecties.
V
voorste kruisbandletsel
Voorste kruisbandletsel
Door een ongeval (trauma) kan er een scheur in de kruisband ontstaan. Dit wordt een voorste kruisbandletsel genoemd.
Op het moment dat de kruisband scheurt, hoort men in de meeste gevallen (80%) een 'knappend' geluid in de knie.
De knie wordt dik door de bloeding
Door het scheuren van de kruisband ontstaat er vaak een bloeding in het kniegewricht. De knie wordt binnen enkele uren dik en dit heeft veel pijn tot gevolg. Deze pijn kan gepaard gaan met een gevoel van misselijkheid.
Symptomen
• Het kniegewricht kan niet meer worden gestrekt (de knie zit "op slot")
• Men kan nauwelijks meer op het been lopen
• Men zakt door de knie en heeft een instabiel gevoel
Na een aantal weken (2 tot 3 weken) slinkt de zwelling. De pijn verdwijnt hierdoor en de knie kan weer voorzichtig belast worden.
Andere benamingen
• Voorste kruisbandlaesie
• Voorste kruisbandruptuur
• Voorste kruisbandinstabiliteit
Direct contact
+31229213636 info@fysiotherapieboekestein.nl
Dubbele Buurt 10-12
1621 JV Hoorn